Als je in de horeca werkt, neem je hoogstwaarschijnlijk fooien aan van klanten (misschien niet in de snackbar). Met een hypermoderne digitale kaartlezer is dit proces tegenwoordig echter iets ingewikkelder dan vroeger. Wij leggen het uit.
Ook is het handig om jouw kennis omtrent de wettigheden van fooien even op te frissen: wiens wettelijk eigendom zijn fooien, wat is hun relatie tot het minimumloon, en kan een werkgever zijn personeel verplichten het in een fooienpot te stoppen?
Hoe neem je cash- en kaartfooien aan
Als je een mobiele pinautomaat gebruikt, bezit hij de optie om een fooi-functie in te schakelen tijdens het afrekenproces. De klant kan dan tijdens het afrekenen zelf de gewenste fooi invoeren.
Het werkt meestal zo: wanneer de rekening is ingevoerd op de kaartlezer—of via een pos-systeem, naar de terminal gestuurd—verschijnt er een knopje op het scherm zoals “Voeg fooi toe.” De klant kan dan handmatig een fooibedrag intoetsen, voordat de klant zijn/haar betaalkaart trekt. Via deze methode hoeft de klant het personeel niet te vragen een fooi toe te voegen. De klant voegt stilletjes een fooi toe en zet de betaling voort.
Sommige pos-software biedt de optie om een fooi toe te voegen via het touchscreen van de terminal. Als de klant contant betaalt, kan de klant simpelweg zeggen hoeveel fooi ze willen toevoegen, of hoeveel wisselgeld ze laten liggen. In de meeste restauranten laat de klant vaak een paar munten achter op de kassabon voordat hij vertrekt—deze fooi kan de ober dan in zijn zak steken, in een fooienpot stoppen of aan de kassa invoeren.
Betaalkaartfooien worden gehandled door de onderneming, die ze dan hopelijk afdragen aan hun personeel (eventueel minus transactiekosten).
In de fooienpot
Een zogenaamde fooienpot is een plek waar het hele personeel al hun fooien verzamelt, die ze dan aan het einde van de werkdag uitdelen. Als je met een fooienpot werkt, is het belangrijk dat er een penningmeester aangesteld wordt die de pot overziet.
In Nederland worden medewerkers vaak gedwongen om aan de fooienpot mee te doen. Dit is echter tegen de wet:
Werkgevers mogen personeel niet verplichten aan de fooienpot mee te doen.
Toch zien we dit blijven gebeuren, omdat werknemers natuurlijk onder het mom van van alles kunnen worden ontslagen.
De wettelijke eigenaar van de fooi
De wetten rondom fooien zijn van toepassing op meer sectors dan alleen de horeca—neem bijvoorbeeld taxichauffeurs, schoonheidssalons en wedkantoren.
Fooien zijn het eigendom van de werknemer. Het is dus ook niet toegestaan om voorwaarden te verbinden aan het besteden van fooien, ofwel als ‘overige inkomsten’.
Als de werkgever loon inhoudt in verband met hoge fooien, moet hij alsnog vakantietoeslag en loonbelasting betalen op het fictieve oorspronkelijke bedrag (voordat het verlaagd werd). Echter kan de werkgever wél het loon dusdanig verlagen dat deze onder de minimumloongrens valt, zolang de fooien het ‘totaalloon’ weer boven de grens verheffen.
De wetten rondom fooien zijn dus op bepaalde vlakken meer ten gunste van de werkgever dan de werknemer. Gelukkig hebben we in Nederland een zodanig hoog minimumloon dat dit niet hetzelfde probleem vormt als in bijvoorbeeld Amerika, waar een lage fooi een echte hartinzinking voor de ober kan betekenen.