Pinautomaten zijn tegenwoordig één van de meest gebruikte elektronica in het dagelijks leven – net na telefoons en computers.

Maar heb je al weleens nagedacht over de geschiedenis van dit geniale apparaat? Wanneer zijn ze uitgevonden? We hebben de geschiedenis van de pinautomaat volledig uitgepluisd, ook hebben we de toekomstverwachtingen op een rijtje gezet.

De uitvinding van de creditcard

Zonder creditcard of pinpas zou er natuurlijk nooit een pinautomaat zijn uitgevonden. De eerste creditcard, van Diners Club, is in 1950 uitgevonden in de Verenigde Staten. Diners Club werd in 1958 gevolgd door American Express. Dit waren beide betaalkaarten, waarbij u aan het eind van elke maand het volledige bedrag tegoed betaalt, maar ze werden destijds creditcards genoemd.

Het doel? Om handelaren een gestandaardiseerde manier te geven om transacties met hun eigen bank en die van de klant te regelen, zonder gebruik te maken van contant geld.

Diners Club creditcard uit 1957. Foto: Smithsonian Institution

In 1958 bracht de Bank of America de eerste bankpas uit, genaamd BankAmericard (in 1976 hernoemd tot Visa). Dit was het eerste bedrijf dat werkte aan een doorlopend kredietsysteem waarbij het maandelijkse saldo tegen een vergoeding werd overgedragen naar de volgende maanden.

De eerste pinautomaat: de creditcard-printer

De eerste betaalkaarten waren van karton en vereisten dus veel handmatige handelingen aan de kassa, maar American Express veranderde dit met de eerste plastic creditcard in 1959. De naam, het adres en het unieke identificatienummer van de kaarthouder werden op deze kaarten aangebracht.

Hierdoor konden winkeliers een bedrukking maken op bonnetjes die bedoeld waren voor de bank, de winkelier en de klant als bewijs van aankoop. De afdrukken werden gemaakt op de eerste niet-elektronische kaartmachine: de creditcard afdrukmachine – ook wel creditcard-printer genoemd, of de ” klik-klak”-machine, naar het geluid dat hij maakt als je een afdruk maakt op het papier.

De eerste creditcard-printer, ongeveer uit 1960. Foto: Smithsonian Institution

Met dit apparaat konden winkeliers creditcardbetalingen veel sneller registreren, voordat dit apparaat bestond moesten de gegevens van de kaarthouders namelijk handmatig op papier geschreven worden. Er werden drie bonnen door de klant ondertekend, waarvan er één naar de bank werd gestuurd om de transactie te verwerken, een andere was voor de winkelier om te bewaren, de derde bon was het betalingsbewijs voor de klant.

De ontwikkeling van dit apparaat was een grote stap vooruit. Ze worden steeds zeldzamer, maar er bestaan nog steeds winkels die dit oude systeem gebruiken als de normale pinautomaat defect is.

De eerste elektronische betaalkaarten

In 1970 werden magnetische strips voor creditcards geïntroduceerd, wat het begin van de elektronische pinautomaat in gang zette.

IBM 360 kaart met magnetische strip. Foto: Wikipedia

De magnetische strip is uitgevonden door een technicus van het Amerikaanse bedrijf IBM. Op de magnetische strip stond informatie opgeslagen die nodig was om betalingen te valideren, namelijk: de naam van de kaarthouder, het kaartnummer, de autorisatiecode en de verloopdatum.

De eerste elektronische pinautomaten werden ontwikkeld om deze kaarten met magnetische strips te kunnen lezen.

Met deze technologie werden kaartbetalingen steeds veiliger en beter.

In 1973 werd het eerste autorisatiesysteem voor elektronische transacties opgezet, dit systeem verbond winkeliers met het Visa-datacentrum in Californië. Maar het duurde tot de jaren 80 voordat dit pas veel gebruikt.

Met de magnetische strip waren kaartbetalingen al wel elektronisch, maar het was nog steeds nodig om bij iedere transactie een handtekening te zetten.

De chip, een Franse uitvinding

IN 1975 heeft de Franse uitvinder Roland Moreno de chipkaart bedacht. Deze microprocessor werd vanaf 1985 de nieuwe standaard voor bankpassen.

In 1992 moesten alle Franse betaalkaarten over een chip beschikken. Niet kort daarna, In 1996, werd de chipknip in Nederland geïntroduceerd.

eerste chip voor creditcard

Roland Moreno’s prototype van de chipkaart (1975). Foto: Wikipedia

Chipkaarten kunnen een grote hoeveelheid informatie opslaan en kunnen ook direct bij de bank controleren of de ingevoerde pincode klopt of niet.

Daarnaast zijn chipkaarten veel veiliger dan magnetische stripkaarten. Deze laatstgenoemde kaarten kunnen namelijk makkelijk vervalst worden.

De eerste elektronische pinautomaten

In Engeland, 1967, werd de eerste pinautomaat geopend, de Automatic Teller Machine (ATM). Om geld op te nemen moesten gebruikers hun betaalkaart in het apparaat steken en een pincode invoeren.

Op dat moment gebruikten winkels nog steeds handmatige creditcardimprinters en handtekeningen i.p.v. pincodes, wat natuurlijk niet heel snel was. In 1973 lanceerde National BankAmericard het eerste elektronische verwerkingssysteem.  Hiermee werd de basis gelegd voor alle elektronische kaartverwerkingen, maar er was nog steeds een telefoontje van 5 minuten per machtiging vereist.

De uitvinding van ‘swipe cards’ in 1970 veranderde de manier waarop winkels kaarten accepteerden. Maar pas toen Visa in 1979 de eerste grote, elektronische kaartmachine op de markt bracht werd hier volop gebruik van gemaakt. Dit was ook het jaar waarin MasterCharge MasterCard werd en creditcards een magneetstrip kregen.

oude Verifone kaartterminal

ZON Jr XL (1984), het eerste betaalapparaat van Verifone met pincode-controle. Foto: Joe’s Blog

Door de introductie van de elektronische kaartmachine is het pinproces enorm versneld. In 1982 bracht het Hawaiiaanse bedrijf Verifone zijn eerste kassasysteem voor creditcards uit, hun ZON-model uit 1983 werd de maatstaf voor moderne kaartterminals.

Stationaire pinapparaten: netwerkopties

De eerste oplossing om vanuit een winkel gegevens door te sturen naar de bank was via de telefoonlijn. Dit betekende dat de pinautomaat op een vaste plek moest staan, en via een kabel contact maakte met het telefoonnetwerk.

oude Ingenico terminals

Ingenico Elite desktop terminal met verbonden pincode-toetsenbord (2006). Foto: Wikipedia

Er bestaan nog steeds pinautomaten die op deze manier werken, maar tegenwoordig zijn er veel (snellere) alternatieven, bijvoorbeeld via een internetkabel.

Ook is het tegenwoordig mogelijk om pinautomaten via 3G, 4G of Wifi te verbinden. Bij sommige providers, zoals Ingenico, zijn al deze mogelijkheden optioneel, de prijs wordt dan (onder andere) aangepast op uw verbindingsmogelijkheden.

Tegenwoordig maken alle pinautomaten, al kan de manier verschillen, elektronisch verbinding met banken. Of dit gebeurt via Wifi, 4G of op een andere manier heeft weinig invloed op de transacties.

Draadloze pinapparaten

Een andere grote innovatie in de pinwereld waren de eerste draadloze pinautomaten. Met deze mobiele pinautomaten konden ondernemers overal pintransacties verwerken: op de markt, in de taxi, op festivals – overal waar verbinding was.

Afhankelijk van het model gebruiken deze apparaten 3G, 4G of een ouder alternatief.

noorse Bank Axept terminal

In 1997 werd de eerste draadloze pinautomaat uitgegeven door het Noorse Telenor Mobile. Foto: Noors Museum van Wetenschap en Technologie.

Tegenwoordig zien draadloze pinautomaten er natuurlijk niet meer zo uit als in de afbeelding hierboven. De voordelige apparaten van bijvoorbeeld SumUp en iZettle zijn de laatste jaren op de markt gekomen, wat het gebruik van draadloze pinautomaten veel populairder heeft gemaakt.

De Wifi-apparaten werden snel populair bij restaurants, omdat klanten op deze manier direct aan de tafel kunnen betalen zonder dat ze gedwongen worden om naar de kassa te gaan. Veel betaalterminals maken gebruik van zowel Wifi als 3G/4G en kunnen van de ene op de andere overschakelen.

De app-gebaseerde kaartlezer

Onlangs zijn er ook app-gebaseerde, ofwel mobiele pinautomaten op de markt gebracht.

Deze kleine apparaten hebben geen simkaart. In plaats van dat ze zelf verbinding maken met het internet worden deze apparaten via Bluetooth verbonden met een telefoon of tablet waar en pin-app op is geïnstalleerd. Vroeger gebeurde dit ook wel via een audiokabel, maar dat wordt steeds zeldzamer.

Deze compacte apparaatjes zijn bijvoorbeeld ideaal voor straatverkopers, bedrijven met een kleiner budget en ondernemers die veel onderweg zijn.

De aanschafkosten van dit soort apparaten zijn veel voordeliger dan bij zelfstandige apparaten.

Afbeelding van de eerste app-gebaseerde kaartlezer, de Square Reader uit 2010. Foto: Smithsonian Institution

Daarnaast zijn deze bedragen erg voordelig voor kleine bedragen, omdat er vaak een percentage als transactietarief wordt gehanteerd. Bij grotere bedragen worden deze apparaten al snel erg duur.

De ontwikkeling van contactloze betalingen

In het grote plaatje van de pingeschiedenis is de ontwikkeling van contactloze betalingen eigenlijk niet zo heel erg belangrijk. De eerste contactloze betalingen werkten met NFC. NFC kan tot een afstand van 10 cm gebruikt worden om gegevens te sturen. De eerste Nederlandse NFC-betalingen zijn gemaakt in 2013, maar in andere landen bestond het toen al langer.

NFC-betaalkaarten zijn te herkennen aan dit logo.

Alle pinautomaten met NFC-ondersteuning zijn ook geschikt voor mobile wallets als Apple en Google Pay. Al is dit niet altijd het geval bij minder populaire mobile wallets, die bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van Bluetooth. Zo goed als alle moderne pinautomaten kunnen gebruikt worden voor contactloze betalingen.

De toekomst

De laatste jaren is er een nieuw soort kaartautomaat op de markt gekomen: de smart terminal. Dit zijn multifunctionele apparaten met een touchscreen en apps van derden met functies die meestal via kassasoftware worden aangeboden.

Poynt was de eerste die zo’n apparaat introduceerde in het najaar van 2014. Het jaar daarop, in oktober 2015, was hun Smart Terminal de eerste ter wereld die een volledig gecertificeerde smart terminal op de markt bracht.

Het is nu ook mogelijk om biometrische gegevens (bijv. vingerafdrukken) te gebruiken in plaats van pincodes. Een van Ingenico’s nieuwste modellen, de Move 2500B, is al in staat om vingerafdrukken te herkennen.

Maar hoe kaartbetalingen in de komende 10 jaar zullen ontwikkelen blijft nog altijd een vraagteken. Denk maar aan smart watches met mobile wallets, vingerafdruktechnologie, of zelfs NFC-microchip implantaten… en het feit dat mensen graag online kopen, op hun telefoon.

Betalingen zijn nog nooit zo divers en snel ontwikkeld als nu. Wat de kaartmachines betreft, is het duidelijk dat de toekomst de voorkeur geeft aan touchscreens en draadloze apparaten.